We denken er niet
zo vaak aan, maar vandaag wilde ik aandacht vragen voor de taalproblemen van buitenlandse
gedetineerden; mensen die vast zitten in gevangenissen in een land waarvan ze
de taal en de cultuur niet begrijpen. De Stichting EuroMoS heeft in 2009
(vervolg)onderzoek laten uitvoeren onder buitenlandse gedetineerden in
Nederlandse en Portugese gevangenissen en hun taalproblemen. In Nederland
vulden ruim 100 buitenlanders het formulier in en in Portugal deden bijna 70
gedetineerden met de Duitse, Engelse, en Nederlandse nationaliteit aan het
onderzoek mee, waaronder 25 Nederlanders.
communicatieproblemen
Uit het onderzoek
onder de in Portugal gedetineerde buitenlanders bleek dat de meeste van hen wel
Engels of Frans spreken, maar geen Portugees. Zelfs de gedetineerden die
aangaven met de Portugese taal bekend te zijn, verklaarden dat zij voor de
communicatie met anderen het niet zonder tolk zouden kunnen stellen. Maar op de
antwoorden op de vraag wanneer een tolk ter beschikking stond, bleek dat dat
maar mondjesmaat het geval was en dan nog op een laat tijdstip in het proces,
namelijk vaak pas bij het verhoor door de rechter. Dat is wel begrijpelijk als
het proces belangrijker wordt naarmate het vordert. Maar de informatie waarover
de rechtbank in beginsel beschikt is natuurlijk verkregen door de verhoren die
de politie al (veel) eerder heeft afgenomen. Als daar dan door
communicatieproblemen misverstanden zijn ontstaan en fouten zijn gemaakt, heeft
dat grote gevolgen.
Nu is het aan de
andere kant ook zo dat de aanwezigheid van een tolk niet garandeert dat de
communicatie goed verloopt. Uit de opmerkingen van de gedetineerden kwam
duidelijk naar voren dat de kwaliteit van de vertolkingen (en vertalingen)
nogal eens behoorlijk te wensen overliet. Ook bleek dat de meeste gedetineerden
formulieren hadden ondertekend waarvan ze de inhoud niet voldoende hadden
begrepen. Dat gebrek aan kennis gold eveneens voor de informatie over de aard
en reden van de beschuldiging en de hun toekomende rechten.
recht op
informatie
Wanneer een
verdachte in een strafzaak de taal waarin de procedure wordt gevoerd niet of
onvoldoende beheerst, heeft hij recht op vertolking en vertaling om effectief
deel te kunnen nemen aan het strafproces. De verdachte moet immers kunnen
begrijpen van welk feit hij wordt verdacht en de mogelijkheid hebben zich
daartegen te verdedigen.
Het recht op
vertolking en vertaling ten behoeve van personen die de taal van de procedure
niet spreken of verstaan, is vastgelegd in artikel 6 van het Europees Verdrag
tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).
In oktober 2010 is een EU Richtlijn aangenomen door het Europees Parlement die
minimumregels met betrekking tot het recht op vertolking en vertaling in
strafprocedures bevat. Die richtlijn (zie hier) is eind 2013 (officieel) geïmplementeerd
alle lidstaten, en nu moet er op korte termijn landelijke regelgeving komen ter
daadwerkelijke waarborging van het recht van een verdachte of beklaagde die de
taal van de strafprocedure niet spreekt of verstaat, op bijstand van een tolk
tijdens, onder meer, politieverhoren, alle zittingen van het gerecht en alle
noodzakelijke tussentijdse zittingen.
Er is ook een
soortgelijke Europese richtlijn ter bescherming van het recht op vertolking en
vertaling voor de slachtoffers van strafbare feiten.
Er is nog een
lange weg te gaan om ervoor te zorgen dat taalproblemen en gebrekkige
communicatie rechtspleging in de weg staat, maar er is in ieder geval weer een
stap gezet. Als u in een situatie komt – als slachtoffer, getuige of verdachte
van een strafbaar feit - waarin u een tolk nodig hebt, schroom niet om daarnaar
te vragen. Ik en mijn collega’s staan u graag terzijde!